Neologismen

Kijk! Zo snel al schoot er mij iets te binnen waarover ik wil schrijven. Misschien bewaar ik het beter tot morgen, want anders heb ik morgen weer niets te zeggen, maar ach, dan ben ik het morgen ook weer vergeten en heb ik weer even weinig te vertellen. Het onderwerp? Neologismen.

Neologismen zijn helemaal niet van Satan, integendeel, neologismen zijn wél van Satan. Anyway, er valt een heleboel plezier mee te beleven en ik hou er zelf enorm van om er bij te maken. Dat ik er de Nederlandse taal waarschijnlijk nooit mee verrijk, laat me siberisch. Een neologisme vind je niet elke dag uit, ik althans niet, maar de laatste weken zijn extra productief geweest. Hieronder vind je een selectie van de woorden die ik recent heb uitgevonden of heb gehoord. Ze zijn dus niet allemaal van mij.

1. drikkelpraatje: (ik denk dat dit Katrien Brijs haar woord is). Ik vind het een schitterend woord en het slaat op het soort televisiespelletjes dat je tegenwoordig welig ziet tieren op vtm, vt4, kanaal2 en eigenlijk alle commerciële zenders. Het gaat meestal als volgt: één of andere simpele griet zit alleen in een studio met een aantal willekeurige voorwerpen erin. Ze is duidelijk ongemakkelijk en moet een spelletje presenteren. Het spelletje is meestal een woord waarin een aantal letters van plaats verschoven zijn en waarbij de kijker moet SMS'en of bellen met het juiste woord, dit natuurlijk tegen een enorm hoge prijs. De opgaven zijn meestal belachelijk voor de hand liggend (zoals drikkelpraad - van prikkeldraad, just in case), waardoor ook de domste kijker geneigd is naar zijn mobieltje te grijpen en de oplossing door te sms'en, in de hoop op een reis naar Verweggistan of zoiets. Omdat er moet gesms't worden (er is dus helemaal geen feedback naar de presentatrice), moet de presentatrice het hele spel volpraten met allerlei nonsens en subtiele hints naar wat het woord kan zijn, dus is het hele spel eigenlijk een praatje. Vandaar drikkelpraatje. Prachtig.

2. bufferblanke: Misschien ligt dit woord een klein beetje gevoelig, want het woord duidt op de policy van de overheid om autochtonen aan te manen om zich in allochtone buurten te gaan vestigen, teneinde de integratie van de allochtonen te bevorderen. Zo worden de Brugsepoortwijk, de Rabotwijk en de Ledebergwijk aantrekkelijker gemaakt en wordt het erg aangemoedigd als je er als Belg wil gaan wonen. Iemand die daarop in gaat en zich dus in een allochtone buurt gaat inwerken, noem ik zonder negatief te willen zijn een bufferblanke.

3. w-hals: Vrouwen, je kent het fenomeen zeker wel. Prima schepsels! Echt. Als ik later groot ben, wil ik er ook eentje. Sommige ervan zijn gehuwd, sommige ervan zijn single en nog andere zijn single, maar willen dit eigenlijk niet. En het is dát soort, dat erop uit is om een mannen (of in het slechtste geval mekaar) aan de haak te slaan. En hoewel ze het zelf nooit gaan toegeven, en er misschien zelfs kregelig op reageren, houden ze er stiekum wel van om bekeken te worden, daarom dragen zij, die er de nodige poten en oren voor hebben, steeds vaker W-halzen. Dat zijn truitjes waarvan het decolleté (in oudere versies nog de V-hals) zodanig diep is ingesneden dat de V er een beentje bijkrijgt en er een grote letter W onder de vrouwenkin gaat prijken.