Monday 24 July 2006

Dodenrit

Niets nieuws te melden, behalve dat het donderbeestje nog steeds op zijn plaats zit. Ik heb dan maar voor de lol een Ijslandse tekst vertaald. Het is een gedicht uit de 19de eeuw over de Sprengisandur, een vulkanische woestenij die tegelijkertijd een belangrijke verbinding is tussen het noorden en het zuiden van Ijsland. De Sprengisandur heet zo, omdat het op bepaalde plaatsen zó angstaanjagend is, dat men geneigd is zijn paard te 'sprengen', dwz. kapot te rijden.

Erg tot de verbeelding sprekend en rillingen over je lijf jagend als je 't hoort, doet het denken aan Goethes Erlkönig, dat door Schubert op muziek is gezet. Ook dit lied is op een gelijkaardige manier gecomponeerd en wordt door een dramatische mannenstem gezongen. Hieronder mijn vertaling en het Ijslandse origineel. De titel, Dodenrit, heb ik gepikt van het gelijknamige lied van Drs. P., maar ik vond het de meest passende titel.

Dodenrit


Draven, draven, jagend over 't zand
de zon die zinkt al achter d' bergen weg.
Kwade schimmen spoken in dit land rond
schemer mat het glanzend gletsjerijs.
Heer bescherm en leid mijn paard
de laatste loodjes wegen 't zwaarst

Sus, sus, sus, sus! Hoor de vossen huilen
blussen ze met bloed hun droge bek?
Of staat er iemand in de wind te roepen
met een vreemde diepe mannenstem?
Vogelvrijen op de vlakte
weiden stiekem 't weggeroofd vee.

Draven, draven, jagend over 't zand
't duister heeft nu 't landschap uitgewist.
d' Elfenvrouwe geeft haar ros de sporen
blijf maar beter uit haar buurt vandaan.
't Beste paard zou ik graag geven
om toch maar weer gauw thuis te zijn.

À Sprengisandi

Ríðum, ríðum rekum yfir sandinn,
rennur sól á bak við Arnarfell.
Hér á reiki er margur óhreinn andinn
úr því fer að skyggja á jökulsvell.
Drottinn leiði drösulinn minn,
drjúgur verður síðasti áfanginn.

Þei, þei, þei, þei. Þaut í holti tófa,
þurran vill hún blóði væta góm,
eða líka einhver var að hóa
undarlega digrum karlaróm.
Útilegumenn í Ódáðahraun
eru kannski að smala fé á laun.

Ríðum, ríðum rekum yfir sandinn,
rökkrið er að síga á Herðubreið.
Álfadrottning er að beisla gandinn,
ekki er gott að verða á hennar leið.
Vænsta klárinn vildi ég gefa til
að vera kominn ofan í Kiðagil.

No comments: